onald Bosch, een internationaal ervaren agronoom, deelt over zijn passie en innovatie bij Marginpar Kenia en Ethiopië. Zijn doel? Onze bloemen duurzaam telen en elke dag streven naar verbetering. Dit verhaal is voor degenen die even diep willen duiken. Diep in de grond, want grond is Ronald's expertise. Dus zet je hersenen aan het werk en ontdek hoe een week als agronoom bij Marginpar eruitziet! Hulp nodig? Bekijk dan de woordenlijst onderaan.
Maandag: De veerkracht van de natuur voeden
Ronald begon de week met het beoordelen van tests op twee van onze kwekerijen. Zijn focus ligt op het vervangen van chemische bestrijding door biologische methoden tegen ziekten die in de bodem voorkomen. Op MR Farm onderzocht hij het effect van 'biologisch bodemresetten' en de toevoeging van specifieke micro-organismen. Deze tests dragen bij aan het altijd evoluerende Crop Establishment Manual, een levend document met beproefde methoden voor het opzetten van gewassen. Deze handleiding maakt deel uit van het vijfjarenplan voor agronomie om het productieproces duurzamer te maken.
Op ST Farm controleerde Ronald de nieuw geplante Limonium tests en ontdekte dat na het gebruik van de Crop Establishment Manual voor het planten, een tweede bloei nu mogelijk is voor sommige variëteiten! De opbrengst is verbeterd en de verdeling is gunstiger geworden. Hij ging ook langs bij het compostgebied. Vorige maand hebben alle kwekerijteams ST Farm bezocht om het proces van vermicompostering en de productie van biochar te observeren en om een opfriscursus compostproductie te krijgen. Een goed voorbeeld van onze strategie van horizontaal leren; we testen iets op één kwekerij en rollen het daarna uit naar de andere kwekerijen. De nieuwe organische inputs zijn belangrijk om het niveau van het bodemleven op peil te houden na het afsnijden van een gewas. Nadat we het niveau van micro-organismen in de bodem hebben opgebouwd, is er minder kunstmest nodig.
Dinsdag: De geheimen van de natuur onthullen
In zijn zoektocht naar continue verbetering verdiept Ronald zich in uiteenlopende projecten. En dat doet hij zeker niet alleen. Ronald: "Tijdens de Armada bijeenkomst - dat is een jaarlijkse bijeenkomst met alle farm managers om de uitdagingen te bespreken die zij voorzien om aan de market demand te voldoen - hebben we een lijst gemaakt van acties die zouden kunnen leiden tot productie- of kwaliteitsverbetering. Momenteel werken we aan 124 verschillende acties, die we 'Tags' noemen."
"Een interessante 'Tag' is het bepalen van de aaltjespopulatie op de verschillende kwekerijen. Het is belangrijk om te weten dat er verschillende soorten aaltjes zijn. Saprofytische aaltjes zijn het goede type. Ze breken organisch materiaal af en recyclen voedingsstoffen terug in de bodem; hun aanwezigheid duidt op een gezonde bodem. Plantpathogene aaltjes daarentegen zijn de slechte soort. Ze kunnen verschillende soorten schade aan de gewassen toebrengen, bijvoorbeeld doordat ze zogenaamde infectiepoorten voor schimmels en bacteriën creëren en de opname van water en voedingsstoffen verminderen." Ronald ontdekte dat de biologische activiteit van de bodem (door de goede aaltjes) laag is en dat het aantal plantpathogene aaltjes hoog is. Er is een nieuw programma gestart om aaltjes in verschillende gewassen te monitoren en te beheren.
Woensdag: Pionieren in groei en ontdekking
Een volle dag voor Ronald en het team op Kudenga Farm. Hier zijn nieuwe Eryngium en Gypsophila blokken geplant volgens de Crop Establishment Manual. Tijd om de voortgang te bekijken! Ronald: "De Eryngium planten hebben zich goed gevestigd, zonder verliezen. Hoewel dit ook afhankelijk is van de kloon, is het een veelbelovende observatie. We hebben ook ontdekt dat de productie van Gypsophila is toegenomen. We veranderden het lichtregime, het hygiëneprotocol en verminderden de toediening van kunstmest en groeihormoon. Er werd ook verbetering gezien in de Gypsophila openingsruimte."
De middag was gevuld met controles van verschillende projecten, zoals trips- en wittevliegbestrijding, het opzetten van het Astilbe-moederbestand, een kwaliteitsprobleem met Ornithogalum en een nieuwe manier van verpakken die een paar maanden geleden door het team werd voorgesteld. Samen beginnen we aan een reis van groei, waarbij we geen middel onbeproefd laten in ons streven naar uitmuntendheid.
Donderdag: Duurzame praktijken stimuleren
Ronald is altijd bezig met het delen van kennis. Hij besteedde de donderdag aan nog twee handboeken: de Handleiding Gewasbescherming en de Handleiding Bodemverbetering. De eerste beschrijft de nieuwe kwantitatieve scoutingsmethode die is geïntroduceerd. Ronald: "Op dit moment zijn verschillende beheersystemen toegevoegd voor specifieke plagen en ziekten. We streven eerst naar biologische of organische bestrijdingsmethoden voordat we naar chemische oplossingen kijken."
De Handleiding Bodemverbetering wordt gebruikt om de verschillende activiteiten te beschrijven die moeten worden uitgevoerd tussen het rooien van een oud gewas en het planten van een nieuw gewas. Ronald: "Vanochtend heb ik gewerkt aan drie verschillende checklists die de volgorde van de uit te voeren activiteiten beschrijven. Elke stap wordt gecontroleerd en belangrijke stappen worden goedgekeurd door het farmmanagement. Het goede aan een checklist is dat correcties onmiddellijk kunnen worden doorgevoerd, voordat de volgende stap begint."
Vrijdag: Gegevens benutten en groei stimuleren
Met al die verzamelde scoutinggegevens door Ronald en de teams is het van essentieel belang om alles in een juiste database op te slaan. Deze database is momenteel operationeel voor MR Farm. Ronald zegt: "We zijn nu begonnen met de uitrol naar de andere kwekerijen. Kaarten zijn verzameld en worden nu opgenomen in de database. Daarnaast werken we aan een lijst waarin alle actieve bestanddelen, biologische stoffen en biostimulanten die we gebruiken zijn opgenomen; al deze informatie zal worden geïntegreerd in de scoutingdatabase."
De middag stond in het teken van suiker. De relatie tussen suikergehaltes en stressniveaus in planten wel te verstaan. Ronald: "Stress kan van biotische (levende) en abiotische (niet-levende) oorsprong zijn. Om het suikergehalte te bepalen, verzamelden we sap van verschillende plantdelen en in verschillende groeistadia, waaronder bladeren, stengels, knopen en wortels. Uiteindelijk stelden we vast dat sap uit de knopen de meest consistente en betrouwbare meting van het suikergehalte opleverde. Nu moet ik meer tests doen en een handleiding ontwikkelen. Dit kan de kwekerijteams helpen bij het vroegtijdig opsporen van stress in planten en zo kunnen ze het probleem vroegtijdig corrigeren."
Toegewijd aan innovatie
De week loopt ten einde, en Ronald start op zaterdagochtend een literatuuronderzoek. Hij doet onderzoek naar de invloed van bedekkingsgewassen op het bioleven in de bodem, de organische stof in de bodem en regenwormen. Ten tweede, wat is de beste methode om met een bedekkingsgewas te stoppen? En wat is het effect op de planning voor het gewas over een langere periode?
We mogen ons gelukkig prijzen dat we zo'n deskundige en toegewijde agronoom in ons team hebben. Ronald verkent de grenzen van innovatie, ontsluit de mysteries van de natuur en geeft vorm aan een duurzamere toekomst voor Marginpar. Samen omarmen we de schoonheid van onze bloementeelt en verweven we de pracht van de natuur met onze niet aflatende toewijding aan uitmuntendheid en duurzaamheid.