De groeiambitie van Marginpar
In het vakblad Greenity verscheen onlangs een interview met onze Managing Director Rob Koning. Hierin alles over de groeiambities van Marginpar en wat voor een effect de Corona crisis heeft op het bedrijf.
Wat is Marginpar voor een bedrijf?
“We produceren zomerbloemen in Afrika die voornamelijk in de buitenlucht worden gekweekt. In Kenia hebben we acht eigen locaties, in Ethiopië twee, ook wel onze Marginpar Group genoemd, en dit behelst ongeveer 300 hectare. Er werken 3.500 mensen. In Zimbabwe werken we samen met drie kwekerijen en in Tanzania met twee. Die samenwerking bestaat eruit dat zij voor ons producten produceren onder licentie. Dat is nog eens zo’n 100 hectare. We kweken zo ongeveer 100 verschillende variëteiten die behoren tot zo’n 25 productgroepen. Op jaarbasis verkopen we ongeveer 250 miljoen stelen van onze eigen bedrijven en partners. 80 procent van onze omzet gaat naar de groothandel en 20 procent naar supermarkten, voor het grootste deel in Europa. Marginpar Nederland is een verlengstuk van de productiebedrijven in Afrika. We verwerken er de bloemen en maken ze veilingklaar. Ook zijn we in Nederland verantwoordelijk voor het beheer van de licentierechten die we namens de veredelaars of kwekers krijgen en innen we de royalties voor hen. Ons teeltseizoen focust zich op september tot en met mei; dan doen we bijna 85 procent van onze omzet. In de overige 3 maanden 15 procent.”
Dan is er overlap met de Nederlandse productie. Zijn jullie een concurrent voor Nederlandse kwekers?
“Dat wordt vaak zo gezien, de praktijk is anders. Doordat Marginpar zich specialiseert in zomerbloemen zorgen we ervoor dat zomerbloemen vrijwel jaarrond beschikbaar zijn waardoor jaarrond vraag gecreëerd wordt. Als Nederlandse kwekers met hun seizoen beginnen, gaan wij gezien het klimaat in Afrika minder produceren, maar staan die bloemen al wel op het inkooplijstje van kopers. Het is niet onze intentie te gaan concurreren met Nederlandse kwekers, de meeste bloemen zijn echt aanvullend op het Nederlandse seizoen. Slechts een paar gewassen van ons druppelen mondjesmaat in de zomer door omdat we die teelten niet stop kunnen zetten, zoals de sierdistel Eryngium. We werken juist ook goed met Nederlandse kwekers samen.”
In welke zin?
“We werken samen met 12 relatief kleine veredelaars of kwekers die veredelen. Sommige kwekers hebben mooie en bijzondere bloemen veredeld maar kunnen die buiten het Nederlandse seizoen niet kweken terwijl er best wel eens jaarrond vraag naar zou kunnen zijn. Wij bepalen met hen het areaal dat in Afrika op onze bedrijven of op die van onze partners exclusief geteeld wordt en dragen royalties aan hen af. We bieden dus de mogelijkheid om deze producten jaarrond commercieel te krijgen. We zoeken nog meer samenwerking met kwekers die iets moois hebben veredeld en zien daarin nog veel kansen. Onze grootste productgroepen zijn Hypericum, Eryngium, Astrantia, Clematis en Solidago. Onze visie is verbreding van het assortiment. We komen van ver; begin 2010 hadden we zo’n 5 productgroepen in relatief grote volumes, daarna zijn we de breedte in gegaan. Of we daarbij ook kijken naar bloemen uit bol- en knolgewassen? We hebben Crocosmia, Ornithogalum, Gloriosa en Agapanthus, maar dat zijn relatief kleine producten. Eigenlijk hebben we nog niet zo naar bol- en knolbloemen gekeken, onze focus ligt op zomerbloemen van vaste planten. Maar er liggen ongetwijfeld kansen voor bloemen uit bollen of knollen, zoals alliumsoorten. Echter bloemen kweken van bollen of knollen is vanuit Afrika nog niet heel succesvol geweest. Misschien komt dat omdat niemand het nog hard genoeg geprobeerd heeft.”
Hoe hard heeft de corona-crisis jullie bedrijf getroffen?
“Vijf dagen hadden we exportstop. Daarna zijn we weer langzaam opgestart en toch sneller dan verwacht terug gegroeid naar een redelijk niveau waarbij de balans in vraag- en aanbod goed is. Wekenlang hebben we op een niveau gedraaid van 30 tot 50 procent export waarbij niet meteen de kosten met dat percentage werden teruggebracht. We hebben onze medewerkers in Kenia en Ethiopië gevraagd om in april en mei 50 procent te werken en hebben het loon daarop aangepast. Dat draagvlak kregen we. Iedereen heeft het vrijwillig geaccepteerd. Die steun kwam er omdat we goed met onze mensen omgaan. Dat geeft verbondenheid. In juni hebben we iedereen het salaris alsnog kunnen geven dat ze eerder hadden ingeleverd en zaten we weer op 100%. De corona-tijd heeft er natuurlijk wel ingehakt. We zitten van januari tot mei op 10 procent minder omzet dan in 2019 voor dezelfde periode. Echter, tot en met 15 maart zaten we 15 procent in de plus. Het uiteindelijke gat is dus best groot. We hebben tot nu toe 25 miljoen bloemen niet kunnen afsturen, die zijn vernietigd. We kiezen nog steeds heel nauwkeurig wat we laten komen gezien de hogere vrachtkosten. Die verhoging ligt momenteel rond de 15-20%, maar lag eerder tussen 20 en 60 procent. Ik verwacht dat de vrachtkosten pas weer zijn hersteld als de normale passagiersvluchten weer gaan vliegen.”
Betekent deze situatie dat Marginpar gas terug moet nemen?
“Wij hebben twee private equity partners die mee investeren en dat blijken nu bereidwillige partners. Ze geven een overbruggingsfinanciering. We hadden net een stevige groei-ambitie vastgesteld; de komende 5 jaar doorgroeien naar 350 tot 400 miljoen stelen. Dat kunnen we aan met ons huidige areaal. We willen ook 50 procent van die productie rechtstreeks afzetten in Europa, Amerika, Azië en Australië. Vanuit onze bedrijven in Kenia en Ethiopië willen we de bloemist en detailhandel daar rechtstreeks beleveren met een fijnmazigere distributie. We maken nu de locaties in Kenia klaar om volgens een bepaalde kwaliteitsstandaard de bloemen in te pakken. De filterfunctie die we nu in Nederland hebben vervalt met rechtstreekse levering en dus moet het kwaliteitsniveau omhoog. Onze ambities zetten we nu juist versneld door en dus ook de investeringen. Juist nu zien we kansen. Zo kijken we er ook naar om vanuit Kenia zelf boeketten te gaan maken. De retail, en dan met name de discounters, vraagt om goedkope boeketten.”
Gaat de zomerbloemenproductie in Afrika het redden? Er zijn nogal wat bedrijven die gefinancierd worden door particuliere investeerders.
“Ik kan me niet voorstellen dat er geen slachtoffers vallen. Ik hoor veel verhalen maar ik zie geen bedrijven stoppen of failliet gaan. Met name de kleinere bedrijven zullen het moeilijk hebben. Zij hebben niet gemakkelijk toegang tot externe financiering via banken of andere investeerders. Wat steun betreft, de Nederlandse bv van Marginpar krijgt steun van de Nederlandse overheid in de vorm van NOW-regeling en het steunfonds.
Overheidssteun voor de bedrijven in Kenia en Ethiopië is er helemaal niet. De Keniaanse overheid heeft wel gezegd dat ze de tuinbouwsector wil steunen. Ze zou proberen het luchtvrachtprobleem helpen op te lossen, maar dat is niet gebeurd. Ook zou de overheid de BTW versneld terugbetalen, maar ook daar wachten we nog op.”
Soms hoor je nog weleens ‘die import mag alles spuiten’….
“Dat is echt iets uit het verleden. Daar klopt helemaal niks meer van. Als bedrijf zijn we onderdeel van FSI 2025 waarbij we nastreven 90 procent duurzaam te produceren. Aan het eind van dit jaar zijn al onze bedrijven gecertificeerd en zitten wij op 100%. We doen in Kenia het KFC-label, een mengeling tussen social en environmental. In Ethiopië, Tanzania en Zimbabwe hebben we MPS. De professionaliseringsslag die Kenia de laatste 6 jaar heeft gemaakt, is echt groot. En - dat wordt nog wel eens onderbelicht - ook het sociale aspect hoe er met medewerkers wordt omgegaan. Ethiopië volgt snel.”
Over Rob Koning
Rob Koning werkt al bijna 25 jaar bij Marginpar. Het begon als een familiebedrijf. Zijn vader startte eind jaren ‘80 een bedrijf met Hypericum in Zimbabwe. Daarna kwamen er andere zomerbloemen bij. Omdat de marktvraag groeide, werd er daar een kwekersorganisatie opgezet. Toen Zimbabwe onstabieler werd, ging Marginpar samenwerken met partners in Kenia en Ethiopië. Dat gebeurde van 2002 tot 2017. Koning besloot in 2018 om Marginpar te fuseren met haar grootste productiepartners in Kenia en Ethiopië. Dit om een sterkere positie in de markt te kunnen verwerven omdat de belangen dan ook gedeeld zijn. Richard Fernandes werd toen ook mede-eigenaar van de Marginpar Groep. Sindsdien gaat het bedrijf onder dezelfde naam door en bouwt het aan een wereldwijd merk, namelijk de M van Marginpar, voor hun zomerbloemen. Die zijn afkomstig van bedrijven waar medewerkers en hun groei centraal staan. Het model van Marginpar is gebaseerd op samenwerking tussen ketenpartners; veredelaar, kweker en marktpartijen.