Arjan van Roessel: “We waren echt aan het pionieren.”

Het begon voor Arjan van Roessel allemaal met een stage toen hij studeerde aan de HAS in Den Bosch. In 1998 onderzocht hij roestbestrijding in Hypericum op een kwekerij in Zimbabwe. De kwekerij van Bate en Jill Koning; grondleggers van Marginpar. De stage beviel goed en Arjan bleef. Vanaf dat moment is Arjan betrokken geweest bij de groei en ontwikkeling van Marginpar.

Een goed begin is het halve werk

Kwekerij Frascati Flora was Arjan’s eerste project. Als productiemanager kreeg hij het voor elkaar om in een paar jaar tijd uit te bouwen van 10 naar 75 hectares. Ondertussen was Marginpar via partnerschappen in Oost Afrika ook aan het uitbreiden naar andere productielocaties. De eerste nieuwe kwekerij die ze opzetten was in Kenia. Later volgden Ethiopië en Tanzania. Arjan was nauw betrokken bij de realisatie van al deze bedrijven en reisde frequent op en neer naar deze landen.

Pionieren

In Kenia werkte Marginpar samen met Kiki Fernandes, nu CEO van Marginpar. Samen zetten ze de Kariki kwekerijen op; eerst Bondet, toen Kariki Juja en vervolgens Hamwe (dat nu Naivasha heet, na de fusie met een nabijgelegen kwekerij) en Kudenga tegelijkertijd. Arjan: “De kwekerij in Ethiopië heb ik zelf opgebouwd. Samen met Rob Koning hebben we maandenlang vooronderzoek gedaan en contacten gelegd. Vervolgens hebben we een stuk land uitgezocht en konden we beginnen. Er moest een weg naar toe aangelegd worden en er moest stroom aangelegd worden. We begonnen echt met niks. We moesten mensen zoeken om mee te komen werken. Die vonden we in de stad. Die mensen hebben we toen een dag aan het werk gehad en die kregen aan het einde van de dag betaald. De volgende dag stonden er ineens 50 man voor de poort die ook wilden meewerken. We waren één van de eerste kwekerijen in Ethiopië; we waren echt aan het pionieren.”

Matchmaking

Arjan: “Het opzetten van de kwekerijen in Tanzania is een moeilijk traject gebleken. Ze zijn nu ongeveer 20 jaar oud, maar draaien de laatste jaren pas naar volledige tevredenheid. We begonnen met Hypericum, maar het bleek veel te warm in Tanzania.

”

Je moet de juiste producten hebben, anders heeft het geen zin.

Dus we zetten 100 verschillende producten neer in de hoop dat er een paar zouden lukken, om mee door te bouwen. Het duurde nog jaren voordat we de Clematis Amazing® ontwikkelden, maar inmiddels weten we dat ook Jatropha, Talinum, Gloriosa, Chasmanthium en Polianthes goed groeien in Tanzania. Ik kan alvast verklappen dat er binnenkort ook enkele nieuwe Polianthes variëteiten aankomen!”

Uniek & innovatief

Ook al was het in Tanzania een lange zoektocht naar geschikte gewassen, het is gelukkig iets wat Arjan graag doet. Arjan: “Wat ik toch wel het leukste vind is product development, nieuwe gewassen mee ontwikkelen. De meeste unieke gewassen die we in Marginpar hebben daar ben ik van begin af aan bij betrokken geweest om die op te zetten. Continu proberen die productinnovatie erin te krijgen. Daar krijg ik een hoop energie van, dat vind ik mooi. Inmiddels heb ik mijn verantwoordelijkheid voor het Product Development domein overgedragen aan Bart Merkus, omdat ik nu een nieuwe focus heb binnen Marginpar.”

En nu?

Arjan: “Ik vertegenwoordig nu de partnerkwekerijen van Marginpar In Tanzania en Zimbabwe. Toch hoeft Arjan productontwikkeling niet helemaal los te laten, want voor de kwekerijen in Tanzania en Zimbabwe blijft hij zeer nauw betrokken bij het testen en selecteren van nieuwe gewassen. Arjan: “De kwekerijen in Tanzania wil ik laten groeien tot hun potentieel, qua volume, qua organisatie, qua producten. Het is een super uniek klimaat omdat het zo laag ligt. Er wordt op deze hoogte maar door weinig andere mensen geteeld. We gaan de komende jaren verder bouwen aan een heel specifiek assortiment, dat precies bij het gebied én bij Marginpar past.”